Username   Password  
Remember   Register   |   Forgot your password?

Chapter 11 - Weg, maar nog gezien

Herrineringen komen terug en het verleden komt dichterbij, zijn hun iets goeds of slechts? Wie komt erachter en wie zal het stoppen? Of zullen zij het zelf tegenhouden? Vragen worden hier beantwoord. Seizoen 1!

Chapter 11 - Weg, maar nog gezien

Chapter 11 - Weg, maar nog gezien
~Gone, but still seen~

Zoals afgesproken ging Atem op de bank slapen en ik in zijn bed. Ik kreeg een pyjama van hem aan die goed zat aan me middel, maar wel te lang was. Zijn bed was zacht en had een mysterieuze sfeer over zich. Mijn blik viel op de kast een paar stappen verder, het zal er oud en vies uit. Ik stond op uit het bed en deed de kast heel voorzichtig open zodat Atem het niet zou merken. Ook al heeft hij niet gezegd dat ik niet mocht snuffelen in zijn spullen betekend het niet dat het beleefd is. Mijn handen trilden van spanning, want misschien zou ik wel betrapt worden. De spullen in de kast waren normaal, totdat ik wat beter keek.

“E..eh..een jurk?” Verder zag ik ook gouden sieraden met wat hiëroglyfen er op. Boven in de kast stonden ook wat oude boeken, zodra ik die open deed kwamen de stof wolken eruit. Ik deed mijn best niet te hoesten. Helaas waren de boeken niet leesbaar voor mij, het stond ook in hiëroglyfen geschreven. Toen ik verder bladerden in de boeken voelde ik ineens een klap in mijn gezicht en een snijdende koude wind. Had ik het raam open gedaan? Vroeg ik mezelf, dat was niet mogelijk. Atem had zelfs het raam dicht gedaan toen hij me naar bed bracht. Langzaam raakte ik mijn wang aan, het voelde gloeiend heet van de pijn. Het voelde bijna het zelfde als de wond op mijn arm. Ben ook blij dat Atem dat niet is opgevallen, wat zou hij wel niet denken? Zodra de wond dicht is zal ik het wel bedekken met make-up. Waarneer ik even naar beneden keek om mijn arm te zien zag ik dat er een hele berg met bruin haar lag en blonden plukken. Snel legde ik het boek terug ,deed de kast deur dicht zonder een enkel geluid te maken, de tranen sprongen in mijn ogen. Ik was altijd gek op mijn haar, ook al had ik liever stijl zwart haar willen hebben. Het maakte me altijd blij als mensen zeiden “Had ik maar zulke dikke pijpenkrullen als haar.”

Ik voelde voorzichtig aan de boven kant van mijn hoofd en probeerde voorzichtig mijn staart beet te pakken. Het was drie keer zo dun geworden en er zat alleen nog een lichte slag in. Vluchtig en gehaast raapte ik de haren bij elkaar en stopte ze in het shirt van Atem’s pyjama. Met één hand hield ik het shirt omhoog dat de haren er niet uitvielen, met de andere hand deed ik de deur naar de woonkamer op een kier om te gluren of Atem al sliep. Voordat ik naar de badkamer liep gooide ik mijn haren het raam uit. Toen ik in de badkamer was kon ik geen schaar vinden wat mij naar de keuken bracht. Het enige wat bruikbaar was om mijn haar af te snijden was het glimmende mes wat even groot was als mijn onderarm. In de badkamer bleef ik nog een lange tijd tot de zon bovenkwam naar mijn haar staren. Hoe kon het gebeuren, en wie zou me dit kunnen aandoen. Melu heeft namelijk geen magische krachten die dit zouden kunnen veroorzaken. Zou het de zelfde persoon geweest kunnen zijn die mij deze wond heeft gegeven. Toen de opgaande zon de spiegel in de badkamer raakte snee ik zonder enige twijfel mijn haar af. Het was niet langer dan 5 centimeter plus dat het weer begon op te krullen.

“Het spijt me Atem, maar ik wil niet dat je me zo ziet.” Toen ik alles had opgeruimd kroop ik het bed in, stiekem hoopte ik nog ergens dat het een slechte droom was. Daarvoor voelden het helaas te echt.

Slapen lukte niet meer dus ging ik maar een ontbijt klaar maken voor Atem en mezelf. Het voelde vreemd, alsof ik uit mezelf liep zonder enkele moeite te doen, zonder na te denken.
Ineens kreeg ik ook het rare idee om een ei te bakken wat ik nog nooit heb geprobeerd. En weer leek het van zelf goed te gaan. Moet ik me hier iets van aan treken of te vrede zijn zoals het nu voelt? Ik vraag te veel waar geen antwoord op mogelijk is. Vervolgens waarneer het ontbijt klaar was en ik er tevreden mee was bracht ik het naar de woonkamer waar Atem nog rustig lag te slapen. Één been hing buiten de bank en dat gelde ook voor een van zijn armen. Het zag er schattig uit. Hij leek voor een moment heel erg op Yugi. Voorzichtig en langzaam werd hij wakker, grote glinsterende ogen keken mij verward aan en glimlachte vriendelijk. Een blik waar door ik in één oog opslag verliefd op hem werd.

Comments

Comments (0)

You are not authorized to comment here. Your must be registered and logged in to comment